Gemeentewapen
De Monnik staat natuurlijk centraal in het gemeentewapen van Schiermonnikoog. Het gemeentewapen is op 25 maart 1818 door de Hoge Raad van Adel aan Schiermonnikoog verleend. Op 19 oktober 1954 is bij Koninklijk Besluit het gemeentewapen opnieuw vastgesteld.
De beschrijving luidt als volgt:
In zilver een omgewende monnik met tonsuur en korte bruine baard, gekleed in grijze pij met kap, dragend om het middel een lederen riem, alles van hetzelfde, geschoeid van sabel, staande op een grasgrond. De linkerhand opgeheven met omhoog gerichte wijsvinger, het schild gedekt met een gouden kroon van vijf bladeren
Gedaan te 's-Gravenhage, 6 december 1954. De Hoge Raad van Adel.
Tot 1954 zag het gemeentewapen er anders uit. De monnik droeg toen een bruine pij terwijl hij in de rechterhand een rozenkrans droeg. Dit wapen dateerde van 1818 toen het in het register van de Hoge Raad van Adel werd ingeschreven. Naar later bleek was de wapenbeschrijving destijds hoogst onvolledig. Het was waarschijnlijk gebaseerd op de uitrusting van de Franciscaner monniken. Dit blijkt uit een brief van de Hoge Raad van Adel van 3 juni 1954, gericht aan het college van burgemeester en wethouders. In 1954 is het gemeentewapen dus aangepast. De bruine pij werd grijs en de rozenkrans verdween. Schiermonnikoog had een band met het klooster (Claerkamp) van Rinsumageest. De monniken van dit klooster droegen grijze pijen. Een rozenkrans behoorde niet tot hun uitrusting. Deze monniken behoorden tot de orde van de Cisterciënzers. Aan deze monniken ontleent Schiermonnikoog (schier=grijs en oog betekent eiland; het eiland van de grijze monniken)